Nieuws

Herdenken in Hillegom

Tijdens de herdenking op 4 mei herdenken we jaarlijks in Hillegom diegenen die, sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesmissies zijn omgekomen. Dit doen we met een herdenkingsbijeenkomst in de Maartenskerk, gevolgd door een stille tocht naar het Molenduin, waar het defilé bij het monument plaatsvindt. De twee minuten stilte om 20:00 maken jaarlijks veel indruk.

In 1987 verscheen het boek Hillegom ’40-’45 van Frans Out. Een interessant werk waarin de geschiedenis van het dorp gedurende de Tweede Wereldoorlog blijvend herinnerd wordt. Het boek bestaat uit 25 hoofdstukken die uiteenlopende aspecten van de oorlogsjaren in Hillegom belichten. Een van de hoofdstukken, “De Rotterdamse trein”, beschrijft hoe een trein met 1500 tot 2000 Rotterdamse mannen een dag lang stilstond in Hillegom, waarbij inwoners voedsel en andere benodigdheden aanreikten aan de inzittenden.

Ook komt in gesprekken over de oorlog in Hillegom vaak de naam Jacob Roth naar voren. Hij woonde aan de 2e Loosterweg in Hillegom en werd in februari 1943 gearresteerd en via kamp Westerbork gedeporteerd naar het concentratiekamp Dorohucza in Polen. In augustus van 1943 kwam hij hier om. Ter nagedachtenis aan hem is op zijn voormalige woonadres een Stolperstein (struikelsteen) geplaatst.

Op 3 mei verscheen er een artikel in het Haarlems Dagblad waarin stond dat er in Hillegom geen haan zou kraaien naar in de oorlog geroofde Joodse panden. Er werden 2 panden genoemd, waarvan er 1 door de gemeente van de Duitse bezetters zou zijn gekocht. Het artikel maakt op het eerste oog indruk. De informatie komt echter niet overeen met wat er in het eerder genoemde boek Hillegom ’40-’45 van Frans Out staat. Er zou geen sprake zijn geweest van roof van panden, reden voor Hart voor Hillegom om schriftelijke vragen aan het college te stellen (zie onder).

De geschiedenis leert ons hoe belangrijk herdenken is en het belang van zorgvuldigheid. Ongegronde beschuldigingen vormen een gevaar voor onze samenleving en drijven ons uit elkaar. Laten we vanavond in gezamenlijkheid er herdenken en om 20:00 samen twee minuten stil zijn.

---

Vragen van de fractie van Hart voor Hillegom aan het college over het artikel ‘In Hillegom en Waterland kraait geen haan naar in de oorlog geroofde Joodse panden’

1. Bent u bekend met het artikel ‘In Hillegom en Waterland kraait geen haan naar in de oorlog geroofde Joodse panden’ uit het Haarlems Dagblad d.d. 3 mei 2025?
2. Volgens het boek ‘Hillegom 40-45’ (1987) van Frans Out verkocht Frederik Rijnveld het pand aan de Hoofdstaat 113 in 1941 aan de gemeente, die er het politiebureau in huisvestte. Klopt deze informatie voor zover bij u bekend?
3. Bevestigt u daarmee dat de transactie zonder tussenkomst van de Duitse bezetter heeft plaatsgevonden?
4. Klopt de informatie in het boek ‘Hillegom 40-45’, voor zover bij u bekend, dat het gezin van Bernard Rijnveld (zoon van Frederik) woonachtig bleef aan de Weeresteinstraat 129 terwijl hijzelf ondergedoken zat?
5. Kunt u bevestigen dat het pand aan de Weeresteinstraat 129 tijdens de oorlog niet is verkocht?
6. Deelt u de mening van Hart voor Hillegom dat indien de beweringen in het artikel ‘In Hillegom en Waterland kraait geen haan naar in de oorlog geroofde Joodse panden’ onjuist blijken te zijn dit onze gemeente ten onrechte in een kwaad daglicht stelt?
7. Is het college met Hart voor Hillegom van mening dat dergelijke aantijgingen ondersteund dienen te worden met bewijsstukken?
8. Welke acties gaat het college in geval van onjuiste informatie ondernemen om Pointer en het Haarlems Dagblad te bewegen tot rectificatie?

Gerelateerde berichten